Nederland wordt een koningshuis met een grondwet en een parlement

De gewesten boven de grote rivieren vormden het Koninkrijk der Zeven Verenigde Nederlanden en vormden een statenbond: de gewesten werkten alleen samen als het echt nodig was. Er was geen centraal bestuur. Toen Frankrijk over Nederland heerste veranderde er heel veel: Nederland kreeg voor het eerst een grondwet, ze werden een eenheidsstaat met een parlement en een centrale regering. In 1815 werd België bij Nederland gevoegd en het werd het Koninkrijk der Nederlanden genoemd. De samenwerking tussen Nederland en België verliep helemaal niet goed. De belgen kwamen in opstand (onafhankelijkheidsstrijd). Tijdens die onafhankelijkheidsstrijd organiseerden ze petities voor vrijheid van onderwijs en voor persvrijheid. Al deze opstanden hadden ook invloed op de Nederlanders. Het liberalisme ontstond (zie pagina; Liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.). In 1839 maakte België zich los van Nederland.

Doordat koning Willem I zich verklaarde aan de Nederlandse grondwet te houden, werd Nederland een constitutionele monarchie. Dat betekent dat het een koninkrijk met een grondwet was. Er was een volksvertegenwoordiging, een zogenaamd parlement, maar Willen I nam de besluiten over wetten en over andere zaken zelf. Daardoor had dit parlement geen invloed op de belangrijke beslissingen die genomen werden. Het parlement bestond vanaf 1815 uit een Eerste en een Tweede Kamer. De Tweede kamer werd gekozen door bestuurders van de provincies en de Eerste Kamer werd gekozen door de koning. Ook al had Nederland nu een koningshuis met een grondwet en een parlement
Picture
Tweede Kamer in de 19e eeuw